Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen stond de koning op, en zette zich in de poort. En zij lieten al het volk weten, zeggende: Ziet, de koning zit in de poort. Toen kwam al het volk voor des konings aangezicht, maar [10]Israel was gevloden, een iegelijk naar zijn [11]tenten. 10. Die Absalom gevolgd hadden. 11. Dat is, woonplaatsen.